Hoge Gezondheidsraad neemt gebruikswijze DSM op de korrel

Voor de eerste keer in België en het buitenland formuleert een adviesorgaan van de overheid aanbevelingen voor clinici en autoriteiten over de beste manier om geestelijke gezondheidsproblemen te diagnosticeren, en in het bijzonder over de rol van DSM die op de korrel genomen wordt. Dat althans beweert de Hoge Gezondheidsraad (HGR) zelf.

Het adviesorgaan maakte een kritische analyse van classificatiesystemen a die veelvuldig gebruikt worden om mentale aandoeningen te classificeren. Deze systemen, zoals de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) en de International Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD), dienen als basis voor statistieken, terugbetalingssystemen of interventiekeuzen.
 
Beperkingen
Deze classificatiesystemen gaan ervan uit dat er een reëel en objectiveerbaar onderscheid is tussen de verschillende geestelijke gezondheidsproblemen. "Maar mensen met psychische problemen verschillen niet fundamenteel van de anderen", aldus de HGR. "Anderzijds zijn de classificaties onvoldoende valide, betrouwbaar en nauwkeurig. Ze zijn dus niet nuttig om de symptomen te begrijpen, de zorgbehoeften te kennen of een prognose te stellen."
 
Vandaar aanbevelingen voor hun gebruik, "een wereldprimeur". 
 
Voor de klinische praktijk
De HGR raadt aan om de classificatiesystemen met de nodige omzichtigheid te gebruiken en te vermijden dat mensen etiketten opgeplakt krijgen. Die kunnen immers stigmatiserend werken omdat ze een onderscheid maken tussen “ons” en de “anderen”. Tegenover een patiënt is het nuttiger om de factoren die zijn symptomen veroorzaken en in stand houden te begrijpen dan een categorie te bepalen waartoe hij zou kunnen behoren.
Mentale gezondheidsproblemen classificeren zou dus anders moeten: "Door de symptomen van de patiënt te beschrijven en te contextualiseren en vervolgens de zorgbehoefte, de ernst van de crisis en het vooruitzicht op herstel in te schatten. Alleen zo is het nuttig om deze symptomen te classificeren op basis van bredere stoorniscategorieën."

Het gebruik van DSM of ICD zou zich dus moeten beperken tot een klein aantal bredere stoorniscategorieën, waarbinnen een verscheidenheid van symptomen kan voorkomen. En deze diagnoses moeten aanpasbare werkhypothesen blijven, luidt het nog.
 
"In plaats van de symptomen te reduceren afhankelijk van de gemaakte diagnose maakt deze aanpak het mogelijk om de interventies af te stemmen op de waarden, behoeften en doelstellingen van de patiënten, in nauwe samenwerking met hen en hun naaste betrokkenen en onafhankelijk van de ernst van de stoornis."
 
De HGR pleit nog voor een centrale plaats voor de erkenning van psychisch lijden.
 
Voor de zorgplanning
Iedereen kan in verschillende gradaties psychische klachten hebben. Die kunnen een uiting zijn van existentiële onzekerheid en niet herleidbaar zijn tot standaardcategorieën. De zorgverlening moet dus onafhankelijk van de ernst van de klachten, zonder te medicaliseren of problematiseren en door perspectief en zingeving centraal te stellen. "Het is in dat opzicht noodzakelijk om laagdrempelige hulp- en ondersteuningsstructuren aan te bieden, zonder een formele diagnose als basisvoorwaarde te stellen voor professionele hulp."
 
De HGR raadt bijgevolg aan om de DSM-categorieën niet als uitgangspunt van de zorgplanning te nemen. Inzake preventie is het eveneens belangrijk om niet te medicaliseren en psychische stoornissen niet als statische kenmerken van mensen te beschouwen.
 
Het volledige advies (nr. 9360) bevindt zich hier

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.