De 63-jarige huisarts uit Eeklo die na de dood van een 39-jarige vrouw een levenslang geneeskundeverbod kreeg opgelegd van de rechtbank, tekende beroep aan tegen zijn straf. De arts in kwestie bleef volgens de familie grote hoeveelheden medicatie aan de vrouw voorschrijven, hoewel hij wist dat zij hieraan verslaafd was en professionele psychische hulp nodig had. De bal ligt nu in het kamp van het Hof van Beroep.

De Gentse rechtbank besloot in eerste aanleg op 16 december dat huisarts H. uit Eeklo voor de rest van zijn leven geen geneeskunde meer mag uitvoeren. De patiënte beroofde zichzelf van het leven in 2019. Ze kampte al langer met een verslavingsproblematiek en een depressie.

“Medisch onverantwoord”

Advocaat Laurens Van Puyenbroeck trad op voor de familie en verklaarde dat het pillengebruik van het slachtoffer verder gevoed werd door dokter H. Hij bleef haar, ondanks dat ze met een verslaving kampte, zware medicatie voorschrijven. De dokter stak volgens die getuigen ook voorschriften of zelfs pillen in de brievenbus van de vrouw of bracht deze persoonlijk aan huis. Uit gsm-gegevens en getuigenverklaringen bleek ook dat de beklaagde en het overleden slachtoffer een band hadden die de grenzen van een normale dokter-patiënt relatie te buiten ging."

“Het was medisch totaal onverantwoord”, zei de advocaat. Volgens de familie is H. ook iemand die bekend staat als een dokter die snel medicatie voorschrijft. Andere getuigen bevestigden deze verklaring. Wat finaal tot de veroordeling van de rechtbank leidde omdat hij misbruik zou gemaakt hebben van het feit dat hij medicatie mocht voorschrijven. 

“Dat was medicatie die het kwetsbare slachtoffer afhankelijk en verslaafd kon maken. Hij is zich op heden trouwens nog altijd niet bewust van de ernst van wat hij gedaan heeft”, zei de rechtbank.

Via het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) werden alle apotheken uit Eeklo, Kaprijke en Lievegem aangeschreven. Daaruit bleek dat in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 bij tien apotheken 91 voorschriften voor antidepressiva, slaappillen en pijnstillers op naam van het slachtoffer waren afgeleverd, allemaal opgemaakt door de huisdokter. 

De rechtbank oordeelde wel dat het niet bewezen is dat het voorschrijven van die medicatie rechtstreeks geleid heeft tot de dood van het slachtoffer. In juridische termen werd hij veroordeeld voor 'valsheid in geschrifte en het onwettig voorschrijven of doen afleveren van medicatie.'

Volgens de wetsdokters was de medicatie die de beklaagde voorschreef medisch niet passend, niet correct en niet verantwoord. Ze dienden geen therapeutisch doel, waren slecht gekozen en werden niet gesuggereerd door gespecialiseerd psychiatrisch advies na korte of langere opname.

Naast een verbod om nog actief te zijn als dokter kreeg hij twee jaar cel met uitstel en een boete van 8.000 euro. Hij moet de nabestaanden ook een boete van om en bij de 20.000 euro betalen. Na de uitspraak van de rechtbank in eerste aanleg had H. dertig dagen de tijd om beroep aan te tekenen tegen zijn straf als hij niet akkoord ging. Wat de huisarts nu dus deed.