Er is vandaag onvoldoende waarborg dat de stem van kinderen en jongeren wordt gehoord in de geestelijke gezondheidszorg. Dat constateert de Hoge Gezondheidsraad. Het adviesorgaan bepleit dan ook om die stem "luider te laten horen".
Nochtans maken geestelijke gezondheidsproblemen een belangrijk deel uit van het ziektecijfer bij kinderen en adolescenten. "Geschat wordt dat 15 à 20 procent van de kinderen en jongeren met geestelijke gezondheidsproblemen worden geconfronteerd tijdens die periode van hun leven. En van die groep heeft 15 à 20 procent nood aan gespecialiseerde zorg", zegt Gijs Mommerency, klinisch psycholoog bij de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het UZ Gent. Het gaat dan voornamelijk om angst- en stemmingsproblemen, zoals depressies en emotionele problemen.
Toch is er vandaag onvoldoende waarborg dat hun stem wordt gehoord in dat traject, klinkt het bij de Hoge Gezondheidsraad (HGR). "Op dit moment is inspraak voor kinderen in de geestelijke gezondheidszorg in België bijna onbestaand", aldus de HGR. "In het samenspel van kinderen, ouders en zorgverleners is er onvoldoende waarborg dat de stem van het kind gelijkwaardig is. Dat betekent niet dat enkel en alleen naar het kind moet geluisterd worden, maar hun stem mag zeker luider klinken", legt Mommerency uit.
De HGR stelt dan ook voor om een kader voor inspraak te organiseren, en inspraak te promoten. Dat kan onder meer door in begrijpelijke taal te communiceren, kinderen en adolescenten te betrekken bij het opstellen en evalueren van hun zorgplan en zorgverleners vorming te geven over inspraak. Voorts beveelt de Raad aan om in instellingen en netwerken comités op te richten waar kinderen, adolescenten en hun ouders het woord kunnen nemen. Ook moet er rekening worden gehouden met wat in die comités wordt gezegd.