Een nieuwe internationale klinische studie met tofersen bevestigt dat het geneesmiddel ALS kan tegengaan bij patiënten met een SOD1-mutatie. Voor het eerst tonen artsen en onderzoekers hiermee aan dat ALS in principe een behandelbare ziekte is. De resultaten zijn vandaag gepubliceerd in The New England Journal of Medicine.
Wereldwijd leiden ongeveer 400.000 mensen aan ALS. Meestal is de ziekte niet erfelijk, maar bij ongeveer twee procent van de patiënten wordt ze veroorzaakt door een mutatie in het SOD1-gen. Die genetische afwijking leidt tot een toxische opstapeling van SOD1-eiwitten die de motorische zenuwcellen doen afsterven.
Gentherapie
Enkele jaren geleden ontwikkelden onderzoekers een nieuwe behandeling op basis van gentherapie voor de groep patiënten met een SOD1-mutatie. Het middel tofersen bindt op het genetisch materiaal en blokkeert zo de aanmaak van het schadelijke SOD1-eiwit.
De eerste klinische studies bij een klein aantal patiënten waren al beloftevol, maar onlangs werden de resultaten van een grotere fase 3-studie bekendgemaakt. Meer dan 100 patiënten wereldwijd namen eraan deel. Ze kregen ofwel de behandeling met tofersen, ofwel een placebo als controle, en werden een jaar lang opgevolgd. Via verschillende tests werd de functionele hinder die ze ondervonden ten gevolge van ALS gemeten.
Prof. dr. Philip Van Damme, neuroloog en ALS-expert in UZ Leuven, werkte mee aan de studie: “Vooral bij patiënten die vroeg in het ziekteverloop konden starten met het geneesmiddel, was de respons soms spectaculair: bij sommigen stopte de ziekteprogressie volledig en ze herwonnen zelfs wat spierkracht. Patiënten bij wie de behandeling later gestart werd, vertoonden eerder een vertraging van het verdere ziekteverloop.”
Mijlpaal voor ALS
De veelbelovende resultaten van tofersen worden gezien als een mijlpaal in het domein van ALS. “Voor het eerst is er een behandeling die de ziekte kan stilleggen. Dit toont aan dat ALS in principe een behandelbare ziekte is, als we maar genoeg weten over de oorzaken en ziektemechanismen”, zegt professor Van Damme.
Bijwerkingen en verder onderzoek
Een nadeel van de huidige behandeling is dat tofersen via maandelijkse lumbale puncties (ruggenprik) moet worden toegediend. Mede daardoor ontwikkelden sommige patiënten ernstige bijwerkingen. “Gelukkig zagen we geen zware neveneffecten bij de patiënten behandeld in UZ Leuven, maar hopelijk kunnen we het middel in de toekomst via een andere manier toedienen. Er loopt bijvoorbeeld onderzoek om het SOD1-gen te onderdrukken met behulp van virale vectoren, via een eenmalige injectie.”
Alle patiënten betrokken bij de studie, ook van de placebogroep, kunnen intussen tofersen krijgen en worden verder opgevolgd. Voor nieuwe patiënten met een SOD1-mutatie wordt een programma opgestart waarmee ze vervroegd toegang krijgen tot het geneesmiddel (early access). Daarnaast wordt er onderzocht of tofersen het uitbreken van de ziekte kan tegenhouden bij nog gezonde dragers van de SOD1-mutatie.
De studie werd gesponsord door Biogen, fabrikant van het geneesmiddel tofersen.
Ze verscheen in The New England Journal of Medicine (NEJM)