De provinciale raad West-Vlaanderen legde een arts een schorsing op van een maand omdat ze de identiteitsgegevens van collega's misbruikte om voor zichzelf medicatie voor te schrijven. Er werd rekening gehouden met de aard en de ernst van de begane inbreuken, en met de concrete omstandigheden en de context waarbinnen deze inbreuken zich situeerden.
Telkens schreef de arts in kwestie voor haar dozen slaapgeneesmiddel voor op naam van vier verschillende artsen en dat zonder enige therapeutische relatie. Onderzoek legde bloot dat die voorgeschreven medicatie werd afgehaald in een apotheek. Waarop de artsen, wier naam misbruikt werd, strafrechtelijk klacht neerlegden tegen de voorschrijvende dokter. Daardoor kreeg ze een huiszoeking door de politie.
In haar verdediging liet de arts weten dat ze niet beschikte over de rijksregisternummers noch de identiteitskaarten van de artsen-klagers. Dus kon ze hiermee niets te maken hebben, waarop ze erop aandrong dat de klacht werd ingetrokken. Volgens haar zou de zaak te maken hebben met het feit dat ze problemen had met Itsme en zo zouden er slaappillen voorgeschreven zijn op haar naam, terwijl ze die zelf niet gebruikt (al zou ze dat vroeger wel gedaan hebben).
Screenshots als bewijs
De raad oordeelde evenwel dat de feiten bewezen waren: het bewijsmateriaal was evident, onder meer op basis van enkele screenshots van het voorschrift en/of de historiek. De aangeklaagde arts bleek ook de ex-vriendin van een arts-klager, op wiens naam ze 14 dozen slaapmedicatie voorschreef.
Hoe dat kon? De beklaagde had samen met de klagers eerder een groepsreis gemaakt en bij de organisatie daarvan (boeken van de vlucht) werden rijksregisternummers uitgewisseld. Zo ontstond het misbruik, oordeelde de raad.
De raad hield ook rekening met de aard en de ernst van de begane inbreuken, en met de concrete omstandigheden en de context waarbinnen deze inbreuken zich situeerden, om de tuchtsanctie te bepalen. Het misbruik van de identiteitsgegevens woog hier sterk door.
De beklaagde zou ook tegenstrijdige antwoorden hebben gegeven op de haar gestelde vragen. "Ook over haar beroepsloopbaan komt ze verward over met tewerkstellingen in verschillende ziekenhuizen en een periode van twee jaar (...) zonder verdere uitleg."
Met de straf wil de raad een signaal geven dat de arts tot het inzicht brengt dat ze verkeerd bezig is. Het moet haar aanzetten om haar leven op de juiste sporen te houden. Vandaar dus voor deze bewezen deontologische tekortkoming de tuchtstraf van één maand schorsing.