Hoe omgaan met seksuele gezondheidsproblemen bij bejaarden?

Hoe omgaan met seksuele gezondheidsproblemen bij bejaarden?

[1. Fysiotherapeute gespecialiseerd in de bekkenbodem; medewerkster in de Clinique de la Sexualité et du Couple in Charleroi, geleid door Y. Depauw. 2. Sekstherapeute en fysiotherapeute gespecialiseerd in de bekkenbodem; medewerkster in de Clinique de la Sexualité et du Couple in Charleroi, geleid door Y. Depauw. 3. Neuropsychiater, hoofdredacteur, woonde een congres bij over “Seksualiteit en ouder worden”, georganiseerd door het Hôpital Van Gogh in Charleroi]   Na hun pensioen gaan bejaarden tegenwoordig nog verschillende goede jaren tegemoet. Dat heeft onder meer te maken met de toename van de levensverwachting. Veroudering brengt diverse fysieke, psychologische en psychosociale wijzigingen mee. Het is belangrijk om die wijzigingen te kennen, indien we rekening willen houden met de aanpassingen en het welzijn van bejaarden en specifieke ingrepen willen doen bij deze populatie. De factoren die bijdragen tot het welzijn van de bejaarde omvatten onder meer de kwaliteit van zijn/haar relatie en het seksleven. In meerdere studies is inderdaad aangetoond dat de tevredenheid van bejaarden over hun relatie samenhangt met hun lichamelijke en geestelijke gezondheid en zelfs met hun algemene tevredenheid over het leven. Omgekeerd zijn relatieproblemen een bron van onrust en depressie bij die gepensioneerden. Overigens blijkt uit die studies dat bejaarden die seksuele betrekkingen blijven hebben, daarin een belangrijke bron van extra genot vinden, wat hen helpt om zich lichamelijk en geestelijk goed te blijven voelen en indirect bijdraagt tot een vermindering van allerlei fysieke en mentale problemen.   Published ahead of print.

Een woensdagavond in Parijs, in de Club des Mouvements Anormaux

Een woensdagavond in Parijs, in de Club des Mouvements Anormaux

Veel Belgische neurologen, zowel uit het noorden als uit het zuiden van het land, verplaatsen zich regelmatig naar Parijs om deel te nemen aan de voortreffelijke bijeenkomsten georganiseerd door de Club des Mouvements Anormaux (CMA, club van de abnormale bewegingen) op de dienst Neurologie van la Pitié-Salpêtrière, een groot ziekenhuiscomplex. In de voortuin van het complex, staat een standbeeld van Philippe Pinel (1745-1826). Hij was de stichter van de moderne psychiatrie en in zekere zin dus een voorloper van de biologische psychiatrie. Hij haalde psychiatrische patiënten uit de duisternis waarnaar ze – bezeten door de duivel – werden verwezen en gaf hen een specifieke behandeling. De ontmoetingsplaats was het gloednieuwe gebouw van het Institut du Cerveau et de la Moelle épinière (ICM) van dit universitaire ziekenhuis. Op het gelijkvloers is een prachtig auditorium ingericht, waar op woensdagavond (vaak de eerste woensdag van de maand) deze bijeenkomst plaatsvindt. Die begint doorgaans met een theoretische uiteenzetting, gevolgd door de presentatie, beschrijving en bespreking van video’s over gevallen die interessant zijn wegens hun complexiteit of hun volstrekt originele karakter. Het doel van de CMA, die meer dan 25 jaar geleden werd opgericht in Parijs, is om meer aandacht te besteden aan klinische observatie en op basis daarvan het type onvrijwillige beweging in elke video (athetose, chorea, tic, myoclonie, tremor...) nauwkeurig in kaart te brengen. Pas dan kan worden overgegaan tot de differentiële diagnoses en kan er naar een oplossing worden gezocht, of toch ten minste een vermoedelijke diagnose worden geformuleerd.   Published ahead of print.

Beoordelingsmodel voor mishandeling in Franstalig België

Beoordelingsmodel voor mishandeling in Franstalig België

[1. Kinder- en jeugdpsychiater, UCL; Dienst kinder- en jeugdpsychiatrie, Clin. univ. St-Luc, UCL, Brussel. 2. Psycholoog, Dienst kinder- en jeugdpsychiatrie, Clin. univ. St-Luc, UCL, Brussel. 3. Psycholoog, Hoogleraar aan de Faculteit Psychologie, UCL, Louvain-la-Neuve. 4. Psycholoog, Faculteit Psychologie, UCL, Louvain-la-Neuve]   Voor de diagnose van kindermishandeling worden er al jaren modellen opgesteld om zo goed mogelijk te achterhalen of de aangevoerde feiten waar zijn. De beoordelingsfase is cruciaal gezien de weerslag van de gestelde diagnose (bevestiging of weerlegging van mishandeling) op het kind en zijn gezin. We hebben een synthese gepubliceerd van het werkmodel dat we gebruiken als team dat gespecialiseerd is in mishandelingssituaties. Vervolgens hebben we onderzoek verricht naar de relevante instrumenten die bijdragen tot de diagnose. We begonnen met de bewering van mishandeling door honderd kinderen. Op basis hiervan werden verschillende tests voorgesteld waarbij de SVA als extern criterium werd gekozen. De CBCL, de MMPI-2, de AAPI, de FAST en de FAT, die het oordeel van clinici samenbrengen, gaven op grond van hun validiteit nuttige aanvullende informatie om de diagnose te stellen. Hoewel er geen objectieve waarheid bestaat over de aangevoerde feiten van mishandeling, is het interessant om te zoeken naar instrumenten om de ervaren realiteit en de sociofamiliale context waarin het betrokken kind verankerd is zo goed mogelijk te kunnen begrijpen.   Published ahead of print.

Laatste reacties

Toekomstige evenementen