Resultaat van uw zoekopdracht : ""

Bonobo’s en chimpansees: mensapen met persoonlijkheid

Bonobo’s en chimpansees: mensapen met persoonlijkheid

[1. Departement Biologie, UAntwerpen; 2. Centre for Research and Conservation, Royal Zoological Society of Antwerp; 3. Departement Antropologie, George Washington University, Washington DC, USA; 4. Finnish Centre of Excellence in Intersubjectivity in Interaction, Helsinki University, Finland; 5. Departement Psychologie, Psychology and Language Sciences, University of Edinburgh; 6. Scottish Primate Research Group]   Mensen beschikken over unieke persoonlijkheden, die relatief stabiel zijn en ervoor zorgen dat ons gedrag tot op een bepaalde hoogte voorspelbaar is. We zijn echter niet de enige levende wezens met deze kenmerken. Wetenschappers zijn er het inmiddels over eens dat een grote variatie aan diersoorten, net zoals mensen, ook over individuele persoonlijkheden beschikken. Recent werd zelfs aangetoond dat mens apen over persoonlijkheden beschikken met een wel heel erg gelijkende structuur als die van mensen. We deden onderzoek naar deze persoonlijkheidskenmerken bij bonobo’s en chimpansees, de twee mensapensoorten die het nauwst verwant zijn aan mensen. Waar mensen 5 grote dimensies hebben die ons profiel bepalen – openheid, zelfdiscipline, extraversie, vriendelijkheid en emotionele stabiliteit –, hebben bonobo’s en chimpansees een zesde dimensie, genaamd ‘assertiviteit’. Bovendien blijkt het mechanisme dat verantwoordelijk is voor de vorming van persoonlijkheid, evolutionair goed bewaard te zijn.

Procedurele sedatie en/of analgesie bij kinderen: hoog tijd voor een nieuwe discipline (Deel 1)

Procedurele sedatie en/of analgesie bij kinderen: hoog tijd voor een nieuwe discipline (Deel 1)

Pediatrician/Pediatric Intensivist; Pediatric Sedationist; Assistant-Professor Maastricht University; Maastricht Universitair Medisch Centrum, The Netherlands   Kinderen die tijdens hun ziekte pijnlijke of belastende verrichtingen ondergaan, zullen zich daar vaak tegen verzetten of onvoldoende meewerken. Om te voorkomen dat procedures mislukken en/of oncomfortabel worden, hebben kinderen vaak Procedurele Sedatie of Analgesie (PSA) nodig. In de afgelopen decennia hebben kinderartsen hun eigen PSA-protocollen ontwikkeld. Deze protocollen hebben over het algemeen een vrij matige kwaliteit. Ineffectieve sedatie is een frequent probleem terwijl ook de veiligheid niet optimaal is. Naar aanleiding van een aantal ernstige incidenten werden internationale richtlijnen opgesteld. Tegelijk wordt in toenemende mate onderzoek gepubliceerd over PSA. Dit artikel vat de belangrijkste achtergronden en aanbevelingen samen uit de recente richtlijnen en de belangrijkste conclusies van recent gepubliceerd onderzoek. Veiligheid van PSA heeft vooral te maken met professionele competenties en randvoorwaarden. Om een optimale effectiviteit te halen is vaak titreerbare diepe sedatie nodig, zoals propofol. Voor beperkte ingrepen verdient het aanbeveling om over lachgas of transmucosale midazolam te kunnen beschikken. Daar waar mogelijk moet ook gebruik worden gemaakt van lokale/topicale anesthesie en non-farmacologische technieken.

Procedurele sedatie en/of analgesie bij kinderen: hoog tijd voor een nieuwe discipline (Deel 2)

Procedurele sedatie en/of analgesie bij kinderen: hoog tijd voor een nieuwe discipline (Deel 2)

Pediatrician/Pediatric Intensivist; Pediatric Sedationist; Assistant-Professor Maastricht University; Maastricht Universitair Medisch Centrum, The Netherlands   Kinderen die tijdens hun ziekte pijnlijke of belastende verrichtingen ondergaan, zullen zich daar vaak tegen verzetten of onvoldoende meewerken. Om te voorkomen dat procedures mislukken en/of oncomfortabel worden, hebben kinderen vaak Procedurele Sedatie of Analgesie (PSA) nodig. In de afgelopen decennia hebben kinderartsen hun eigen PSA-protocollen ontwikkeld. Deze protocollen hebben over het algemeen een vrij matige kwaliteit. Ineffectieve sedatie is een frequent probleem terwijl ook de veiligheid niet optimaal is. Naar aanleiding van een aantal ernstige incidenten werden internationale richtlijnen opgesteld. Tegelijk wordt in toenemende mate onderzoek gepubliceerd over PSA. Dit artikel vat de belangrijkste achtergronden en aanbevelingen samen uit de recente richtlijnen en de belangrijkste conclusies van recent gepubliceerd onderzoek. Veiligheid van PSA heeft vooral te maken met professionele competenties en randvoorwaarden. Om een optimale effectiviteit te halen is vaak titreerbare diepe sedatie nodig, zoals propofol. Voor beperkte ingrepen verdient het aanbeveling om over lachgas of transmucosale midazolam te kunnen beschikken. Daar waar mogelijk moet ook gebruik worden gemaakt van lokale/topicale anesthesie en non-farmacologische technieken.

Mechanische trombectomie na mislukken van intraveneuze trombolyse bij een acuut ischemisch CVA

Mechanische trombectomie na mislukken van intraveneuze trombolyse bij een acuut ischemisch CVA

[Philippe Desfontaines1, Denis Brisbois2, Nathalie Onclinx1, Céline D’Aout1, Olivier Cornet2, Annick Melin1, Judith Tulliez1, Alain Lacroix1, Sylvie Van Snick1, Didier Maassen1, Karen Merlevede1, Konrad Windhausen3, Luc Dieudonné4, Alain Maertens de Noordhout5. 1. CHC-Clinique Saint-Joseph, afdeling neurologie, Luik; 2. CHC-Clinique Saint-Joseph, afdeling neuroradiologie, Luik; 3. CHR de Huy, afdeling neurologie, Huy; 4. CH du Bois de l’Abbaye et de Hesbaye, afdeling neurologie, Seraing; 5. CHR de la Citadelle, Universiteit van Luik, afdeling neurologie, Luik.]   Intraveneuze (i.v.) trombolyse met weefselplasminogeenactivator (rTPA, alteplase) is de enige curatieve behandeling voor een acuut ischemisch CVA. Die behandeling werd in 1995 gevalideerd door de NINDS-studie. De werkzaamheid hangt evenwel direct af van de snelheid van toediening na het begin van de symptomen. Een andere beperking van de efficiëntie van i.v. trombolyse is het percentage rekanalisatie. De eerste resultaten van een studie die werd uitgevoerd in de ziekenhuizen van de streek van Luik bij 25 consecutieve patiënten bij wie een trombectomie werd uitgevoerd na i.v. trombolyse, wijzen op een gunstige klinische evolutie na 3 maanden bij patiënten met een proximale occlusie van de arteria cerebri media na mislukken van i.v. trombolyse. Het percentage rekanalisatie na trombectomie (86%) strookt met de resultaten die werden behaald in de studies SWIFT (82%) en TREVO (92%).   Published ahead of print.

Het belang van een goede metabole opvolging van personen met een majeure depressie

Het belang van een goede metabole opvolging van personen met een majeure depressie

Personen met een majeure depressie hebben een slechtere algemene gezondheid in vergelijking met de algemene bevolking. Zo blijkt dat in vergelijking met de algemene bevolking het risico op hart- en vaataandoeningen bij personen met een majeure depressie dubbel zo hoog ligt. Dit verhoogde cardiovasculaire risico is gedeeltelijk te wijten aan een hoger risico op beïnvloedbare risicofactoren zoals overgewicht of obesitas, hyperglykemie, hypertensie en dyslipidemie. Zowel het gebruik van bepaalde antidepressiva als antipsychotica kunnen gewichtstoename induceren en cardiovasculaire risicofactoren negatief beïnvloeden. Ondanks dit verhoogde risicoprofiel hebben patiënten met een majeure depressie nog steeds een beperkte toegang tot somatische zorg, met een minder adequate screening, opvolging en behandeling van cardiovasculaire risico’s. Een vroege herkenning en opvolging, preventieve maatregelen en een vroegtijdige multidisciplinaire aanpak van metabole en cardiovasculaire risicofactoren, kunnen nochtans een positieve bijdrage leveren aan het verbeteren van de gezondheidstoestand en de beleefde kwaliteit van leven. In de behandeling van mensen met majeure depressie dient men dan ook het belang van een intensievere samenwerking tussen verschillende disciplines te benadrukken. Een adequate somatische zorg is een belangrijke aanbeveling binnen internationale behandelrichtlijnen.

Lichte tot matige ziekte van Alzheimer: een verkennende studie

Lichte tot matige ziekte van Alzheimer: een verkennende studie

[1. Geheugenkliniek, afdeling neurologie, CHU de Liège, ULg. 2. Geriatrisch dagziekenhuis, CHU de Liège, ULg. 3. Centre de Recherches du Cyclotron, ULg. 4. Eenheid voor psychologie van de veroudering, ULg]   Er wordt almaar meer onderzoek verricht naar interventies die de weerslag van de klinische symptomen van de ziekte van Alzheimer (ZvA) op het dagelijkse leven zouden kunnen verminderen. Cognitieve aanpassing is een efficiënte interventie. Er werd een kort interventieprogramma opgesteld om thuis bepaalde activiteiten van het dagelijkse leven (ADL) aan te passen aan de resterende vermogens van de patiënten, hun omgeving op hen af te stemmen en bepaalde geheugensteuntjes te introduceren. 25 alzheimerpatiënten werden geëvalueerd voor en na thuisbezoeken door een specifiek opgeleide ergotherapeute. De evaluatie bestond uit de Profintegschaal, die de autonomie bij ADL evalueert. Bij multipele-regressieanalyse werd een correlatie vastgesteld tussen het aantal visites (1-6) en de score van residuele afhankelijkheid bij de ADL op het einde van het programma (rekening houdend met de initiële afhankelijkheidsscore). Bij de 18 koppels (patiënt/begeleider) die de interventie hebben aanvaard (d.w.z. meer dan één thuisbezoek), zijn de afhankelijkheid van de patiënt en de belasting voor de begeleider significant verminderd. De levenskwaliteit verbeterde niet. Deze studie werd uitgevoerd bij een beperkt aantal patiënten en gedurende een korte periode. De resultaten wettigen evenwel verder onderzoek van de gunstige effecten van dit proefprogramma.   Published ahead of print.

Muzikale ‘mnemotherapie’ bij de ziekte van Alzheimer

Muzikale ‘mnemotherapie’ bij de ziekte van Alzheimer

[1. Centre Noisiez – Biot, Frankrijk. 2. Universiteit Nice Sophia Antipolis, Centre hospitalier Universitaire de Nice, Frankrijk]   Het doel van ons onderzoek was om na te gaan of we bij alzheimerpatiënten herinneringen uit het verleden konden oproepen door stimulatie van wat Marcel Proust beschreef als het ‘mémoire involontaire’ of ‘onwillekeurig geheugen’. Namelijk door de patiënt op een onverwacht moment te confronteren met een bekende, maar vergeten zintuiglijke aanwijzing of cue. We onderzochten 30 alzheimerpatiënten en organiseerden 1 tot 5 sessies per patiënt. In totaal vonden er 50 sessies plaats. Als cueingmethode kozen we voor muziekfragmenten. Al onze patiënten bevonden zich in een vergevorderd of ernstig ziektestadium. Het enige extra inclusiecriterium was de aanwezigheid van een anterograde amnesie. De volgende resultaten werden vastgesteld: onmiddellijke en permanente vreugde, activatie van het muzikale geheugen (neuriën), vervolgens van het semantische geheugen (zich de woorden herinneren en zingen). De patiënt herinnert zich vrijwel onmiddellijk of na afloop bepaalde autobiografische feiten. Bij het horen van eenzelfde melodie duiken telkens dezelfde herinneringen op. Daarbij groeit de vertrouwelijke omgang met de arts en neemt de zelfwaardering toe. Welke herinneringen zich ook openbaren, nooit stelden we gevoelens van melancholie of verdriet vast. Integendeel, de patiënten waren telkens gelukkig dat ze zich konden uitdrukken. Alles in overweging genomen blijkt het onwillekeurig geheugen perfect bruikbaar bij alzheimerpatiënten. Het feit dat ze lijden aan anterograde amnesie maakt het mogelijk om de sessies meermaals per week te organiseren, met dezelfde resultaten.   Published ahead of print.

Posterieure reversibele encefalopathie-syndroom (PRES), een atypische presentatie van pre-eclampsie: een casus

Posterieure reversibele encefalopathie-syndroom (PRES), een atypische presentatie van pre-eclampsie: een casus

[1. Dienst gynaecologie-verloskunde, CHU-ULg, CHR Citadelle, Liège. 2. Dienst radiologie, CHR Citadelle, Liège. 3. Dienst anesthesie-reanimatie, CHU-ULg, CHR Citadelle, Liège]   PRES, het letterwoord van Posterior Reversible Encephalopathy Syndrome, is een aandoening van het centrale zenuwstelsel die wordt gekenmerkt door hersenoedeem, vooral occipitaal en pariëtaal, en die een complicatie kan zijn van allerhande aandoeningen die gepaard gaan met ernstige arteriële hypertensie, zoals een ernstige pre-eclampsie (1). Andere bevorderende factoren zijn bepaalde immunosuppressiva, sepsis, auto-immuunziekten en nierziekten (2-4). De diagnose wordt gesteld met een MRI van de hersenen. Die toont een reversibel cortico-subcorticaal oedeem, vooral van de witte stof pariëto-occipitaal (2, 3, 5, 6). Soms is er ook oedeem van de cortex, de frontale kwabben, de hersenstam of de basale ganglia (2). Het klassieke klinische beeld van PRES bestaat uit hoofdpijn, bewustzijnsstoornissen, gezichtsstoornissen en convulsies (3, 5). De pathofysiologie van PRES is een vasogeen oedeem, dat in de hand wordt gewerkt door arteriële hypertensie en ruptuur van de bloed-hersenbarrière als gevolg van afwijkingen van het vaatendotheel.   We brengen hier verslag uit van een ernstige pre-eclampsie die zich manifesteerde in de vorm van een PRES.   Published ahead of print.